Landelijke monitor studentenhuisvesting 2024
Kences / ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties / ABF Research
De Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) van ABF is ieder jaar weer een belangrijk document dat ons helpt om het juiste beleid te voeren op het gebied van de studentenhuisvesting. We zien dat er veel nieuwe studentenwoningen zijn opgeleverd en er veel concrete nieuwbouwplannen zijn. En dit is goed nieuws. Mede daardoor is het verwachte tekort in de toekomst flink lager dan de prognoses van de afgelopen jaren lieten zien. En zien we dat het huisvestingstekort gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar ondanks dat er meer studenten op kamers zijn gegaan. Dit is mede te danken aan de goede samenwerking binnen het Landelijk platform studentenhuisvesting. We bedanken dan ook alle partijen binnen het Platform: de sociale en commerciële vastgoedpartijen, (kennis)gemeenten, studenten, onderwijsinstellingen en de betrokken ministeries. Deze samenwerking heeft gezorgd voor omvangrijke nieuwbouwplannen van ruim 30.000 eenheden (2022-2032). We zijn er nog niet, want volgens de huidige prognoses – waarbij we uitgaan van de basisbeurs voor studenten – hebben we in 2032 nog steeds een tekort van ruim 42.000 studenteneenheden. Dit tekort kan deels worden opgelost door nieuwbouw, maar niet helemaal. Ook vergunningsvrij woningdelen en hospitaverhuur is nodig.
Ieder jaar wordt de LMS verder verbeterd. Deze nieuwe LMS besteedt nadrukkelijk aandacht aan de huisvestingsvraag van de mbo-studenten. 10% van de uitwonende studenten studeert aan het mbo. Dit is de groep mbo-studenten van 25 jaar en jonger. Hiermee vormt deze groep een belangrijke doelgroep voor de studentenhuisvesting. Omdat de cijfers van deze studenten nog niet helemaal vergelijkbaar zijn met de huisvestingsaantallen van de studenten aan het hoger onderwijs, is de huisvestingsvraag van de mbo-student nog niet verwerkt in de totaalcijfers van de LMS. Om de complete huisvestingsvraag in beeld te hebben, werken we de komende jaren aan het verder verbeteren van de cijfers van de mbo-student.
Voor het eerst is het toewijzingsbeleid in kaart gebracht van kamers met gedeelde voorzieningen. We weten nu dat een grote helft van de studentenkamers via het hospiteersysteem worden toegewezen, namelijk 56%. Hiermee hebben de zittende bewoners 100% invloed op de keuze van hun nieuwe huisgenoot. Het is hierbij goed om te kijken naar de balans tussen gelijke kansen voor alle studenten enerzijds en oog te houden voor sociale cohesie in studentenhuizen anderzijds. Inclusie en een gelijk speelveld voor studenten van het beroepsonderwijs, het hbo en wetenschappelijk onderwijs zijn belangrijke uitgangspunten. Wellicht kunnen we deze sociale cohesie ook bereiken via alternatieve toewijzingsmethoden. In het buitenland, maar ook commerciële huisvesters in Nederland hebben hier goede ervaringen mee. De leden van Kences zijn zich bewust van hun maatschappelijke rol en denken na over toewijzingssystemen die zorgen voor meer gelijke kansen én een goede sociale cohesie.
Dit jaar is een heel hoofdstuk gewijd aan de specifieke woonwensen van studenten. Dit is van onschatbare waarde voor studenten en studentenhuisvesters. Nu de woonwensen zo duidelijk in kaart zijn gebracht, kunnen studentenhuisvesters woningen bouwen die het beste aansluiten bij de woonwensen van de student van nu. Dit helpt ons om de juiste investeringsbeslissingen te nemen bij nieuwbouw en renovatie. Wij blijven benadrukken dat het wonen op kamers belangrijk is voor het welzijn en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de student. Zeker in dit digitale tijdperk is de fysieke ontmoeting tussen mensen nog belangrijker geworden. Het is dan ook van groot belang dat er naast studio’s ook studentenkamers worden gebouwd.
Wij bedanken de onderzoekers van ABF voor hun bezielende en professionele leiding en hun adequate werk. Ook bedanken we rest van het team Landelijke monitor studentenhuisvesting voor hun betrokkenheid: de medewerkers van de ministeries van VRO en OCW en de medewerkers van de leden van Kences