Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2017
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
Het rapport ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting’ gaat over studenten en hun huisvesting. Er wordt een beeld geschetst van de omvang, samenstelling en verwachte ontwikkelingen voor de komende acht jaar van de studentenpopulatie en de studentenhuisvesting. Daarnaast is er aandacht voor betaalbaarheid, woonwensen en internationale studenten.
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2017 is het zesde rapport in een reeks die sinds 2012 jaarlijks verschijnt. Eind 2010 zijn op initiatief van Kences de eerste stappen gezet om te komen tot een Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Sindsdien wordt jaarlijks gewerkt aan doorontwikkeling, kwaliteitsverbetering en aansluiting bij de actualiteit. De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting is inmiddels uitgegroeid tot de nationale standaard voor cijfers over studentenhuisvesting.
Samenstelling en ontwikkeling studentenpopulatie: ‘Tot collegejaar `24-`25 daling bij hogescholen, terwijl universiteiten groeien’.
Op 31 december 2016 waren er 662.000 voltijdstudenten binnen het hoger onderwijs (exclusief studiepuntmobiele studenten), waarvan 61 procent studeert aan een hogeschool. 10 procent van de studenten heeft een vooropleiding in het buitenland gevolgd en heeft een buitenlandse nationaliteit: dit maakt hen internationale diplomastudenten. Van 78 procent van de Nederlandse studenten zijn beide ouders geboren in Nederland. De vrouwen vormen met 50,8 procent een kleine meerderheid. De gemiddelde leeftijd van studenten is 22 jaar en 2 maanden.
De afgelopen acht jaar is het aantal studenten met 25 procent toegenomen. Naar verwachting neemt deze groei af en stijgt het aantal studenten de komende acht jaar met ongeveer 17.300 studenten (+3 procent). Het aantal hbo-studenten gaat dalen (-20.500 studenten, -5 procent). De groei wordt dan ook volledig veroorzaakt door een toenemend aantal universitaire studenten (+37.700 studenten, +14 procent).
De nationale groei van het aantal studenten in de komende acht jaar is, met uitzondering van Tilburg, in alle steden met een universiteit terug te zien. Wageningen (32 procent) en Delft (18 procent) zijn de steden met de grootste groei. Van de steden met alleen een hbo-instelling wordt bij 18 van de 20 steden krimp verwacht.