Meer studenten liever een kamer met huurtoeslag dan een studio
Utrecht, 20 juni 2024 – Zonder huurtoeslag voor kamers met gedeelde voorzieningen kiest nu amper de helft van de bachelorstudenten voor een kamer. Als er huurtoeslag voor kamers komt dan neemt dit aandeel fors toe naar 67%. Ook als deze de huurtoeslag ongeveer de helft van de huurtoeslag op studio’s bedraagt. Dit blijkt uit een analyse van ABF naar het effect van huurtoeslag voor kamers op de woonwensen van studenten. Aankomende dinsdag wordt door de studenten namens alle leden van het Landelijk Platform Studentenhuisvesting een petitie aangeboden aan de Tweede Kamer voor huurtoeslag op kamers.
Nu geeft slechts de helft van de studenten de voorkeur aan een kamer vanwege de hoge kamerhuur vergeleken met de lage netto huur van een studio. Als er huurtoeslag op kamers komt, dan kiezen meer studenten voor een kamer, namelijk 67%. ABF maakte deze analyse in opdracht van Kences en het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Figuur 1: Huidige en gewenste woningtype rekening houdend met de woonlasten van thuiswonende bachelor-studenten jonger dan 20 jaar met een verhuiswens binnen één jaar. Collegejaar ’22-’23, bron: enquête ‘Wonen als Student 2023’.
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2023 laat zien dat met 46% de woonlasten de zwaarst wegende factor is bij het kiezen van een studentenwoning.
Figuur 2: invloed per kenmerk op woonruimtekeuze van studenten met verhuiswens. Collegjaar ’22-’23, bron: enquête “Wonen als student 2023”
Het gewicht van woonlasten bij de keuze voor een studentenwoning is ook terug te zien in de top 10 meest populaire woningtypen van de totale studentenpopulatie met een verhuiswens. Met de huidige netto huurprijzen (huur minus huurtoeslag) zijn 9 van de 10 meest populaire studentenwoningen een studio. Als er huurtoeslag van €150 op kamers komt, dan kantelt dit beeld: 9 van de 10 de populairste woonruimtes zijn kamers met gedeelde voorzieningen in plaats van studio’s.
Ranking | Situatie 1 (huidige marktprijzen) | Situatie 2 (huurtoeslag €150 op kamers) | |||||
Woonruimte | Oppervlakte | Locatie | Woonruimte | Oppervlakte | Locatie | ||
1 | Eenkamerwoning | 28 m2 | 1e | Kamer GV | 28 m2 | 1e | |
2 | Eenkamerwoning | 24 m2 | 1e | Kamer GV | 16 m2 | 1e | |
3 | Eenkamerwoning | 20 m2 | 1e | Kamer GV | 24 m2 | 1e | |
4 | Eenkamerwoning | 28 m2 | 2e | Kamer GV | 20 m2 | 1e | |
5 | Eenkamerwoning | 20 m2 | 2e | Kamer GV | 28 m2 | 2e | |
6 | Eenkamerwoning | 16 m2 | 1e | Kamer GV | 12 m2 | 1e | |
7 | Kamer GV | 28 m2 | 1e | Kamer GV | 16 m2 | 2e | |
8 | Eenkamerwoning | 24 m2 | 2e | Kamer GV | 20 m2 | 2e | |
9 | Eenkamerwoning | 16 m2 | 2e | Kamer GV | 24 m2 | 2e | |
10 | Eenkamerwoning | 12 m2 | 1e | Eenkamerwoning | 28 m2 | 1e |
Tabel 1: Top-10 meest populaire woonruimten van studenten die binnen één jaar wensen te verhuizen uitgesplitst naar situatie 1 (huidige marktprijzen) en situatie 2 (hypothetische situatie met €150 huursubsidie voor onzelfstandige woonruimten). Collegejaar ’22-’23, bron: enquête ‘Wonen als Student 2023’.
Per jaar geeft de Rijksoverheid ongeveer 4,5 miljard uit aan huurtoeslag. Studentenkamers hebben geen recht op huurtoeslag, terwijl de huurtoeslag voor een studio kan oplopen tot € 353. De forse huurtoeslag op studio’s zorgt voor hoge rendementen. Dit heeft tot gevolg dat op grote schaal studio’s worden gebouwd voor studenten in plaats van kamers. En dat terwijl het welzijn van studenten op kamers significant hoger is dan studenten die in een studio wonen[1]. Hierdoor is het aandeel studenten dat in een kamer woont de afgelopen 8 jaar gedaald van 58% naar 52%, terwijl het aandeel studenten in een studio bijna is verdubbeld: van 12% naar 23%.
Jolan de Bie van Kences: “Naast het feit dat kamers beter zijn voor het welzijn van de student, zetten we onze schaarse ruimte en middelen efficiënter in als we kamers bouwen in plaats van studio’s.” Ze vervolgt, “juist omdat de Rijksoverheid studio’s riant subsidieert houdt zij het bouwen van deze kostbare studio’s in stand. Als deze ontwikkeling zich voortzet dan woont uiteindelijk het merendeel van de studenten in een studio. Ook omdat particuliere verhuurders veel studentenpanden verkopen of transformeren naar studio’s.” Particuliere verhuurders zijn verantwoordelijk voor ruim de helft van de studentenkamermarkt. De Bie: “Wanneer kamers huurtoeslag zouden krijgen, dan gaan meer investeerders weer kiezen voor het bouwen van kamers in plaats van studio’s voor studenten.” En: “Bovendien stimuleert huurtoeslag op kamers het woningdelen. Woningdelen is een snelle en effectieve manier om een deel van de woningnood op te lossen.” Woningdelen is voor meer doelgroepen interessant dan studenten, namelijk ook voor werkende jongeren, senioren en andere aandachtsgroepen.
Ook demissionair minister Hugo de Jonge vindt de trend dat steeds meer studenten in studio’s wonen in plaats van kamers onwenselijk en vindt dat maatregelen nodig zijn, zo reageerde hij 10 juni op Kamervragen van D66. De huurtoeslag op kamers voor studenten zou volgens de minister komen op 600 tot 840 miljoen kosten. Kences komt op basis van cijfers van de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting op een veel lager bedrag uit: 365 miljoen. Bovendien betekent meer kamers ook minder studio’s en dat betekent weer een forse besparing op de huurtoeslag die van dit bedrag moet worden afgetrokken. De huurtoeslag op kamers kan (ruim) de helft minder zijn dan die op studio’s,” volgens De Bie.
Meer informatie
Effect huursubsidie onzelfstandige woonruimten op woonwensen studenten
[1] ABF research, “Het effect van huisvesting op het welzijn van studenten”, 22 juni 2023