Grote tekort studentenwoningen afgelopen jaar weer verder toegenomen
Utrecht, 6 oktober 2021 – Het tekort aan studentenwoningen is naar schatting in één jaar toegenomen met 4.500. Daarmee is het tekort opgelopen tot 26.500 studentenwoningen. Zo blijkt uit de vandaag verschenen Landelijke monitor studentenhuisvesting (LMS) 2021 van Kences. De komende acht jaar neemt het aantal studenten dat op kamers woont naar verwachting toe met circa 57.000. De steeds hogere toestroom van internationale studenten is de belangrijkste verklaring voor het toenemend studentenaantal. Daarnaast neemt het aantal Nederlandse universitaire studenten toe en die wonen vaker op kamers dan hbo-studenten.
Uit de Landelijke monitor studentenhuisvesting blijkt dat er tot 2025 16.500 gezocht. Dit vraagt om een actief beleid van gemeenten en het voortzetten van de goede samenwerking met de huisvesters, studenten, onderwijsinstellingen en de landelijke overheid. “Studenten volgen niet altijd de studie van hun eerste keuze omdat de opleiding te ver van hun ouderlijk huis wordt gegeven en de kans op het krijgen van een kamer klein is. Dit betekent verspilling van motivatie en talent.”
De betaalbaarheid van de kamers staat steeds verder onder druk. Op dit moment besteden studenten gemiddeld 46% van hun inkomen aan de huur van hun kamer. Twee jaar geleden was dit nog 43%. Zonder de huurbevriezing van 2021 was dit effect mogelijk nog groter geweest. De geïndexeerde huurprijzen zijn sinds 2013 gestegen met 13%.
43% van de thuiswonende studenten gaat niet op kamers omdat de huren te hoog zijn. “Het is cruciaal voor de ontwikkeling van studenten dat ze op kamers kunnen wanneer ze dat willen en zich daardoor niet financieel belemmerd voelen in hun studiekeuze,” vindt Jolan de Bie, directeur van Kences.
Opvallend is dat er naar verhouding steeds meer studio’s komen en minder kamers waar studenten hun voorzieningen delen met andere studenten. Ook in absolute aantallen zien we het aantal onzelfstandige kamers dalen. Het aantal studio’s is in 9 jaar tijd verdubbeld. “Dit is een direct gevolg van de huidige huur- en subsidieregels. Die zorgen ervoor dat het bouwen van onzelfstandige kamers financieel niet uit kan. En het bouwen van studio’s juist financieel aantrekkelijk is,” zegt Jolan de Bie. “Omdat er vaak sprake is van vereenzaming onder de studenten zien wij dit als een zeer onwenselijke trend. Voor het welzijn en sociale ontwikkeling is het voor studenten beter om met elkaar op kamers te wonen. De meeste schoolverlaters willen op kamers wonen om gelijk vrienden te maken in hun nieuwe studiestad en dat kan nu niet.”