Bron: Kences
Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2016
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
Het rapport ‘Landelijke Monitor Studentenhuisvesting’ gaat over studenten en hun huisvesting. Er wordt een beeld geschetst van de omvang, samenstelling en verwachte ontwikkelingen voor de komende 8 jaar van de studentenpopulatie en de studentenhuisvesting. Daarnaast is er aandacht voor de betaalbaarheid, woonwensen en de internationale studenten.
De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2016 is het vijfde rapport in een reeks die sinds 2012 jaarlijks verschijnt. Eind 2010 zijn op initiatief van Kences de eerste stappen gezet om te komen tot een Landelijke Monitor Studentenhuisvesting. Sindsdien wordt jaarlijks gewerkt aan doorontwikkeling, kwaliteitsverbetering en aan aansluiting bij de actualiteit. De Landelijke Monitor Studentenhuisvesting is inmiddels uitgegroeid tot de nationale standaard voor cijfers over studentenhuisvesting.
Dit jaar is er extra aandacht voor de gemeten eerste effecten van de invoering van het studievoorschot. Daarnaast is er een verbeterslag gemaakt door de internationale studiepuntmobiele studenten kwantitatief in kaart te brengen.
Vanwege de invoering van het studievoorschot is het niet langer noodzakelijk om te registreren of studenten thuis- of uitwonend zijn. DUO voert deze registratie dan ook niet meer uit. Om te bepalen of studenten thuisof uitwonend zijn wordt daarom de Basisregistratie Personen (BRP) gebruikt. De inzet van de BRP als bron in combinatie met DUO-registraties met meer achtergrondkenmerken is uit noodzaak ontstaan, maar heeft uiteindelijk geleid tot een aanzienlijke kwaliteitsverbetering. Voorheen werd voor een deel van de studenten geschat of zij thuis- of uitwonend waren, bij welke vestiging van een onderwijsinstelling (en daarmee studiestad) zij studeerden en in welke stad zij woonden. Met het gebruik van de nieuwe bronnen zijn deze gegevens voor nagenoeg alle studenten bekend. Doordat deze methodiek ook met terugwerkende kracht is gehanteerd zijn de cijfers tussen verschillende collegejaren in dit rapport consistent, maar kunnen ze licht afwijken met die in rapporten van eerdere jaren.
Modelovereenkomsten tijdelijke verhuur
Aedes / Platform31 / Kences / VBTM Advocaten
Welke mogelijkheden voor tijdelijke verhuur zijn er? Het is mogelijk om een huis tijdelijk te verhuren, of tijdelijk te huren. Bijvoorbeeld studenten die op een campus mogen wonen tijdens hun studietijd. Of een huiseigenaar die zijn te koop staande woning tijdelijk wil verhuren. Voor de verschillende situaties zijn er verschillende wettelijke mogelijkheden.
De Eerste Kamer nam in april 2016 de Wet Doorstroming Huurmarkt aan. Daarin is onder andere geregeld dat woningcorporaties vanaf 1 juli 2016 tijdelijke huurcontracten mogen gebruiken. Corporaties mogen deze contracten aanbieden aan verschillende doelgroepen. Aedes en Platform31 gaven VBTM Advocaten de opdracht zes modelovereenkomsten te maken die corporaties kunnen gebruiken bij tijdelijke verhuur. Voor Kences deelnemers en partners zijn met name de volgende vier tijdelijke huurovereenkomsten van belang: de tijdelijke huurovereenkomst voor onzelfstandige woningen voor maximaal vijf jaar, de tijdelijke huurovereenkomst voor zelfstandige woningen voor maximaal twee jaar, de huurovereenkomst voor promovendi en het jongerencontract.
Nederlands
Engels
Handreiking studentenhuisvesting en bouwregelgeving
Kences
Handreiking bestemd voor professionele gebruikers van het Bouwbesluit 2012 betrokken bij
ontwikkeling, bouw, beheer, huur, verhuur en onderhoud van studentenhuisvesting.
Studentenhuisvesting en bouwregelgeving
Door: Kences
Deze brochure gaat over bouwregelgeving voor studentenhuisvesting en is bestemd voor professionele gebruikers van het
Bouwbesluit die betrokken zijn bij de ontwikkeling, de bouw, het beheer, de huur/verhuur en het onderhoud van
studentenhuisvesting. Dit betreft zowel de opdrachtgevers, zoals bijvoorbeeld studentenhuisvesters of vastgoedeigenaren, als
het bevoegd gezag. Gezien de doelgroep is ervoor gekozen om de uitleg van de basisprincipes van Bouwbesluit 2012 in deze brochure beperkt te houden en zoveel mogelijk te verwijzen naar reeds bestaande publicaties op dat gebied.
Praktijkrichtlijn ‘Inkomenstoets Woningwet 2015’
Door: Kences
Vanaf 1 juli 2015 zijn de Woningwet 2015, het Besluit toegelaten instellingen
volkshuisvesting 2015 (hierna BTIV) en de Regeling toegelaten instellingen 2015 (hierna
RTIV) in werking getreden. Hierin is ook opgenomen dat er voor studenten en promovendi
geen inkomenstoets vereist is. In de bijlage hierboven meer informatie.
Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2015
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
In opdracht van Kences, samenwerkingsverband van twaalf studentenhuisvesters, en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ABF Research de nieuwe landelijke monitor studentenhuisvesting opgeleverd. De monitor geeft per studentstad inzicht in de (verwachte) ontwikkeling van het aantal studenten en hun huisvestingsbehoefte. Voor deze prognoses is een rekenmodel ontwikkeld waarmee de landelijke Referentieraming van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verdeeld wordt over 37 studentensteden. Bovendien wordt gebruik gemaakt van lokaal uitgezette enquêtes welke een beeld geven van de kwantitatieve en kwalitatieve woonbehoefte van studenten.
Stijging aantal thuiswonende studenten
Het aantal studenten blijft de komende acht jaar nog groeien, maar minder hard dan eerder werd ingeschat. Tot en met collegejaar ‘22-‘23 is nog een groei van vijf procent (32.000 studenten) voorzien. Vanaf collegejaar ’23-’24 wordt voor het gehele hoger onderwijs, als gevolg van demografische ontwikkelingen, een daling van het aantal Nederlandse studenten verwacht, tot op het niveau van dit moment. Daar komt nog bij dat studenten als gevolg van het studievoorschot, mogelijk langer thuis blijven wonen. Het gevolg hiervan kan zijn dat de vraag naar studentenhuisvesting niet meegroeit met het aantal studenten als geheel of zelfs afneemt. Het lijkt er dan ook op dat de taak van huisvesters om het tekort aan studentenwoonruimten te voorkomen minder groot wordt. Daartegenover staat echter nog wel de uitdaging om de studentenwoningvoorraad beter te laten aansluiten op de woonwensen.
Stijgende woonlasten
Gecorrigeerd voor inflatie zijn de gemiddelde woonlasten sinds het collegejaar ’12-’13 met zeven procent gestegen. Een uitwonende student betaalt gemiddeld 470 euro aan woonlasten per maand (inclusief bijkomende lasten en zonder aftrek huurtoeslag). Deze lasten zijn het afgelopen jaar sterker gestegen dan het gemiddelde studenteninkomen, waardoor nu 55 procent (t.o.v. 52 procent in ’12-’13) van het inkomen wordt besteed aan wonen.
Mogelijk extra effect studievoorschot
Het aandeel thuiswonende studenten is de afgelopen acht jaar gegroeid van 42 naar 44 procent. Op basis van het trendscenario zal het aantal uitwonende studenten de komende acht jaar nog toenemen met 22.000 studenten. In de monitor is daarnaast ook een Studievoorschotscenario opgenomen, waarbij verondersteld wordt dat studenten langer thuis blijven wonen. Dat zou kunnen leiden tot een afname van het aantal uitwonende studenten met 13.000 studenten in de komende acht jaar. Per studiestad zijn er echter behoorlijke verschillen.
Internationale studenten: meer zicht op de exchange student
In de monitor studentenhuisvesting 2015 zijn de studiepuntmobiele (ook wel exchange) studenten eruit gelicht, omdat dit een groep betreft waar nog weinig over bekend is. Het gaat hierbij jaarlijks om circa 25.000 studenten die een verkorte opleiding of programma volgen, van wie ruim de helft afkomstig is uit Europa. De komende jaren wordt een groei verwacht van het aantal studiepuntmobiele studenten als gevolg van de inspanningen van de onderwijsinstellingen. Dat heeft gevolgen voor de bouwopgave. Daarnaast wijken de woonwensen van deze studenten af van hun huidige woonsituatie; ze wensen meer zelfstandigheid en een grotere kameroppervlakte.
Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2014
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
In de komende jaren blijft het aantal studenten groeien. De komende acht jaar (de periode 2014-2022) neemt dit aantal toe met 54.000. Dat is een groei van circa 9%. Het aantal HBO voltijdstudenten neemt toe met 40.500. Het aantal WO voltijdstudenten neemt toe met 13.500. Deze groei doet zich over de volle breedte voor: bij jongens en meisjes, bij alle leeftijdsgroepen en in bachelor en masterfase.
Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2013
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
In de komende jaren blijft het aantal studenten groeien en wel met 48.000 in de komende acht jaar: de periode 2013-2021. Dat is een groei van circa 8%. Het aantal HBO voltijdstudenten neemt toe met 28.000. Het aantal WO voltijdstudenten neemt toe met 20.000. Deze groei doet zich over de volle breedte voor: bij jongens en meisjes, bij alle leeftijdsgroepen en in bachelor en masterfase. De bron voor deze cijfers vormt de recent door het Ministerie van OC&W naar buiten gebrachte Referentie Raming 2013.1 Deze nieuwe Referentieraming 2013 is omlaag bijgesteld in vergelijking met de Referentieraming uit 2012. Werd vorig jaar nog een toename van het aantal studenten verwacht met 85.000 (in eveneens acht jaar tijd),de groei die nu verwacht wordt is met 48.000 aanzienlijk lager. OCW geeft als verklaring op voor deze lagere groei het feit dat (a) de instroom recent omlaag is gegaan en b) ook de gemiddelde verblijfsduur in het hoger onderwijs omlaag is gegaan.
Studentenhuisvesting en bouwregelgeving
Door: Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Deze brochure gaat over bouwregelgeving voor studentenhuisvesting en is bestemd voor professionele toepassers van het
Bouwbesluit die betrokken zijn bij de ontwikkeling, de bouw, het beheer, de verhuur en het onderhoud van
studentenhuisvesting. Dit betreft zowel de opdrachtgevers, zoals studentenhuisvesters of vastgoedeigenaren, als het bevoegd
gezag. Gezien de doelgroep is ervoor gekozen om de uitleg van de basisprincipes van Bouwbesluit 2012 in deze brochure beperkt te
houden en zoveel mogelijk te verwijzen naar reeds bestaande publicaties op dat gebied.
Bron: Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2012
Kences / Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties / ABF Research
Het aantal studenten neemt tot 2020 met 85.000 toe
In de komende jaren blijft het aantal studenten groeien en wel met 85.000 in de komende acht jaar: de
periode 2012-2020. Dat is een groei van circa 15%. Het aantal HBO voltijdstudenten neemt toe met
53.000. Het aantal WO voltijdstudenten neemt toe met 32.000. Deze groei doet zich over de volle breedte
voor: bij jongens en meisjes, bij alle leeftijdsgroepen en in bachelor en masterfase. De bron voor deze
cijfers vormt de recent door het Ministerie van OC&W naar buiten gebrachte Referentie Raming 2012.
Monitor studentenhuisvesting 2012: informatie per stad
In opdracht van Kences en BZK en in samenwerking met het Ministerie van OC&W is een monitor
studentenhuisvesting ontwikkeld. Daarvan ligt de eerste rapportage nu voor. Deze monitor bestaat uit een
prognose model (het zgn. Apollo model) en een informatiesysteem waarmee de cijfers de komende jaren
gevolgd zullen worden. Met het prognose model wordt het aantal studenten per stad voorspeld, van
Amsterdam tot Zwolle; in totaal voor 29 studentensteden. Deze prognose wordt bovendien vertaald in een
kwantitatieve en een kwalitatieve opgave voor de studentenhuisvesters.
Om de kwantitatieve opgave in aantallen studenten per stad goed te kunnen berekenen, heeft DUO
uitgebreide gegevensbestanden aangeleverd. Om ook de kwalitatieve opgave – de vraag naar
verschillende soorten woonruimten – te kunnen schetsen is in mei 2012 een landelijke enquête uitgezet
waaraan ruim 35.000 studenten hebben meegedaan.